Praktijkverhaal Rogier Hoenders


22-10-20

Rogier Hoenders is psychiater, onderzoeker en opleider bij Lentis in Groningen. Hij richtte er het Centrum voor Integrale Psychiatrie op. Een gesprek over geheime interesses, het effect van therapeutische leefstijlveranderingen in de GGZ, de relatie tussen koffie en angst en het belang van ‘practice what you preach’.

Rogier werd tweede in de Verkiezing Leefstijlprofessional van het jaar 2020.

Hoe is leefstijl in jouw werk gekomen?

Sinds mijn 16e, ik wist al dat ik psychiater wilde worden, las ik boekjes over traditionele culturen en complementaire geneeswijzen. Tijdens de studie Geneeskunde begreep ik dat het niet de bedoeling was dat je daar positief over praatte. Ik leerde het “geheim te houden”. In 2003 hield ik mijn eindpresentatie van de opleiding psychiatrie voor een ‘extern kritisch gehoor (150 psychiaters, onderzoekers, hoogleraren in het academisch ziekenhuis), over leefstijl, zingeving en complementaire geneeswijzen in de psychiatrie. Dat wilde ik graag, maar vond ik ook heel spannend, het was not done. Mijn opleider had me een goede raad gegeven. Hij zei: ”Doe het maar, maar baseer je wel op wetenschappelijke feiten. Geen persoonlijke aannames en meningen.” En dat heb ik gedaan. Dat werd heel goed ontvangen.

En rond 2003 las ik het boek ‘Uw brein als medicijn’. David Servan Schreiber, een Franse hoogleraar psychiatrie, beschrijft daarin hoe hij ziek werd en op zoek ging naar zelfhulpmethoden buiten het reguliere medische circuit. Zijn relaas raakte me en ik heb hem toen uitgenodigd voor het eerste integrale psychiatrie-congres in Groningen “Het beste van twee werelden”. We zijn daarna vrienden geworden en hij heeft me altijd erg geïnspireerd en geholpen als mentor.’

Wat ben je concreet gaan doen in je praktijk met die inspiratie?

‘In de jaren ‘90 is in de Verenigde Staten een nieuwe methode in de reguliere zorg geïntroduceerd door een consortium van 9 academische ziekenhuizen. Er waren daar toen veel problemen, die wij nu hebben: stijgende zorgkosten, lange wachtlijsten, te veel gericht op afvinklijsten en controle, geen tijd meer voor de patiënt. In de VS is toen een methodiek ontwikkeld, integrative medicine, waarbij 1) de patiënt centraal staat, 2) de mens als geheel wordt gezien, 3) er een keuze gemaakt kan worden uit alle beschikbare therapeutische mogelijkheden waarvoor wetenschappelijke onderbouwing bestaat (effectiviteit en veiligheid) en 4) de focus ligt op gezondheid, waarbij structureel werken aan een gezonde leefstijl centraal staat. De meeste van deze aspecten zijn nu ook in Nederland gemeengoed aan het worden, maar het zorgvuldig gebruik van effectieve complementaire geneeswijzen is nog controversieel. Het consortium in de VS is inmiddels gegroeid tot maar liefst 75 ziekenhuizen. In 2018 zijn we ook in Nederland met zo’n consortium gestart (www.cizg.nl), waaraan nu 7 instellingen verbonden zijn.

Ik schreef in 2006 voor het Tijdschrift voor Psychiatrie een artikel over de toepassing van integrative medicine in de Nederlandse psychiatrie. Sommige collega’s waren kritisch: “Wat een onzin, psychiaters moeten zich niet met leefstijl bezighouden, het is hier geen health boulevard.” Nu, 13 jaar later is de tijdgeest gelukkig veranderd en zijn de ideeën over leefstijl en integrale psychiatrie behoorlijk bijgesteld. Een concreet voorbeeld hiervan is het feit dat op 12 oktober 2020 het bestuur van Stichting Topklinische GGz het keurmerk TOPklinische zorg heeft toegekend aan Centrum Integrale Psychiatrie. Aan toekenning van het keurmerk gaat een zeer uitgebreide visitatieprocedure vooraf, waarin de afdeling wordt getoetst op strenge criteria op het gebied van hoog specialistische en innovatieve patiëntenzorg, wetenschappelijk onderzoek, opleiding en onderwijs. De toetsing wordt uitgevoerd door een onafhankelijke, landelijke commissie.

Ondanks de kritiek in de beginjaren kreeg ik de gelegenheid om in Winschoten een poli op te zetten met deze methode, het Centrum Integrale Psychiatrie (CIP). Het CIP werkt aan de implementatie van het Amerikaanse concept integrative medicine in de Nederlandse psychiatrie. Ik heb er onderzoek naar gedaan en ben er in 2014 op gepromoveerd. We ontwikkelden in 2007 een leefstijl-registratieformulier, nog ver voor de leefstijlvragenlijsten in de zorg gewoon waren. Patiënten moest al allerlei dingen opschrijven over leefstijl, zoals eten en bewegen. We deden een leefstijlanamnese en vroegen patiënten om twee weken lang een dagboek bij te houden.’

Wat leverde dat op, die leefstijlformulieren en dagboeken?

‘Daardoor werden mensen zich bewust van hun leefstijl en de relatie met hun klachten en leerden ze wat ze zelf konden veranderen om zich beter te voelen. Ik herinner me bijvoorbeeld een vrouw met ernstige angst- en paniekklachten. Door het dagboek kwamen we erachter dat ze 14 koppen koffie en een fles cola per dag dronk. Van cafeïne is aangetoond dat het angstniveaus verhoogt en paniek-aanvallen kan veroorzaken bij mensen met een angststoornis. Door haar leefstijl te veranderen, dus door geleidelijke afbouw van cafeïne-inname, raakte ze haar angstklachten kwijt en ging ze beter slapen. Daar was geen medicatie voor nodig.’

Wat heb je nog meer gedaan?

‘We hebben een gecombineerd therapeutisch leefstijl verandering programma in de GGZ opgezet met voeding, beweging, ontspanning (en slaap?) voor patiënten met matige en ernstig psychische aandoeningen. Dit is een vrij intensieve groepstraining met eens per week een bijeenkomst van 2,5 uur met theorie, oefeningen en huisopdrachten. Daarnaast zijn er ook lichtere trainingen (1 uur per week), bijvoorbeeld running therapy en stressreductie.

En we hebben intensievere trainingen voor onze patiënten op het gebied van mindfulness, compassie en yoga. We doen ook onderzoek naar de effectiviteit van deze trainingen, zoals een randomised controlled trial (RCT) naar de effecten van yoga bij depressie bij jonge vrouwen en een RCT naar de effecten van mindfulness bij bipolaire stoornis.

Leefstijlinterventies zijn de hoeksteen van onze behandeling. In principe draait elke cliënt vanaf de intake mee in het leefstijlprogramma, dat een focus heeft op voeding, beweging en ontspanning.

Dit leefstijlprogramma bieden we sinds 2017 ook aan onze medewerkers aan, onder de noemer het Lentis Leefstijlproject. Omdat we goed voor ons personeel willen zorgen en medewerkers ook vaak klachten hebben. Daarnaast geldt: practice what you preach. Aanvankelijk startten we met veertig medewerkers van onze poli. Toen dat aansloeg, kreeg ik van de Raad van Bestuur van Lentis het verzoek om dit programma uit te rollen voor de hele organisatie, dat zijn vierduizend medewerkers. Dat was een ander verhaal…’

Hoe heb je dat aangepakt?

‘We ontwikkelden een train-de-trainer programma. Medewerkers van allerlei afdelingen en functies leren daarin om leefstijlcoach en leefstijlambassadeur te worden. Er zijn nu meer dan 100 medewerkers opgeleid. Ze organiseren op hun eigen afdelingen door de hele provincie Groningen allerlei projecten: gezondere bedrijfsrestaurants, samen stoppen met roken, lunchwandelingen, samen groente verbouwen en maaltijden zonder pakjes of zakjes bereiden en yoga op de werkvloer. En er is door dit programma een positieve en gezonde vibe ontstaan. Veel mensen zijn zó gemotiveerd om gezonder te gaan leven als ze de juiste informatie, begeleiding en handvatten krijgen. Indrukwekkend. Ik vind het ontroerend om te zien wat het doet met patiënten of medewerkers als ze tien a 15 kilo afvallen, gaan hardlopen en meedoen aan sportevenementen of als ze na vele jaren stoppen met roken. Hun eigenwaarde en zelfbeeld worden een stuk steviger. Ik ga soms met een warme gloed in mijn buik naar huis.’

En wat zeggen de cliënten van je integrale aanpak met leefstijlinterventies?

‘Sommige zitten er niet op te wachten, daar moet ik eerlijk in zijn. Ik ben er heel enthousiast over, maar sommige patiënten hebben eerst een zorgverlener nodig die er voor ze is. Als iemand heel ernstige symptomen heeft, onveilig is opgegroeid of als er trauma’s spelen, moet je mensen niet gelijk aan hun leefstijl laten werken. Zij hebben het eerst nodig om zich veilig te voelen en moeten met therapeutisch contact, medicatie of therapie geholpen worden. Maar de meeste mensen kunnen direct al met zichzelf aan de slag en sommigen staan zelfs te popelen om mee te doen. We hadden al 1.200 patiënten in de mindfulnesstraining en 800 in de compassietraining. Ook voor onze studie naar yoga bij depressie was veel animo.’

Wat zie je bij je collega’s?

‘Ik geef al jaren een workshop leefstijltraining aan collega-psychiaters op het jaarlijkse voorjaarscongres. Ieder jaar krijg ik meer deelnemers – dit thema gaat echt ontzettend hard. Ik ken minstens tien GGZ-instellingen die er ook goed mee bezig zijn. Maar er is nog steeds winst te behalen, er zijn nog veel collega’s die leefstijlinterventies nog niet omarmen. Ik geef regelmatig bijscholing over leefstijl aan (huis)artsen en ben ik als waarnemend opleider psychiatrie actief in de opleiding tot psychiater. Veel arts-assistenten zijn erg geïnteresseerd.’

Als je naar de gezondheidszorg in het algemeen kijkt, hoe zie je dan de toekomst?

‘Ik ben best bezorgd over de groeiende tendens tot zakelijkheid, bureaucratie, controleren, afvinken en overmatig rapporteren. Ik zie soms een patiënt 15 minuten en ben dan vervolgens een uur bezig met verslaglegging. Dat zou toch echt anders moeten. Gelukkig verscheen recent het rapport van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) ‘Blijk van vertrouwen’, dat een heel andere aanpak adviseert.

Hoopvol ben ik ook over de groeiende belangstelling voor leefstijlinterventies. De ontwikkelingen rondom leefstijl, preventie, Goede GGZ, de herstelbeweging, positieve psychologie en de Positieve Gezondheid van Machteld Huber haken mooi op elkaar in. Ik ben blij dat ik er samen met mijn collega’s een steentje aan mag bijdragen. Zowel in de behandeling van mijn patiënten in het CIP, met innovatie zoals Lentis Leefstijl project, het doen van wetenschappelijk onderzoek, als in opleiden en bijscholen van artsen en schrijven van wetenschappelijke publicaties, zoals het hoofdstuk over de GGZ in het Handboek Leefstijlgeneeskunde dat later dit jaar verschijnt.’

 

Meer informatie over Rogier vind je op de volgende sites:

https://www.lentis.nl/locaties/centrum-integrale-psychiatrie/

https://www.linkedin.com/in/rogier-hoenders-md-phd-07496513/

https://www.researchgate.net/profile/Rogier_Hoenders

 

<  Terug